Vertaal
Naar andere talen: • faire mal > DEfaire mal > ENfaire mal > ES
Vertalingen faire mal FR>NL
faire mal (ww.) grieven (ww.) ; iets misdoen (ww.) ; knauwen (ww.) ; krenken (ww.) ; kwetsen (ww.) ; pijn bezorgen (ww.) ; pijn doen (ww.) ; verwonden (ww.) ; zeer doen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `faire mal`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: froisser